Visie
Voor het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op “mentale gezondheid” is visie op preventie, gebaseerd op publieke gezondheid, een goed startpunt. Trimbos instituut, GGDGHOR.nl en RIVM gebruiken in hun publicatie over mentale gezondheid en preventie ook het perspectief van de publieke gezondheid:
Leefomgevingen zijn plekken waar mensen gedurende de levensloop opgroeien, wonen, studeren werken en ouder worden (zoals thuis, de wijk, school, werkplek of zorg). Deze leefomgevingen kunnen zo ingericht of georganiseerd worden dat ze de mentale gezondheid bevorderen
Wouter Staal (hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie) geeft met zijn visie op psychische kwetsbaarheid een waardevolle onderbouwing van dit perspectief: iedereen is in een bepaalde mate psychisch kwetsbaar. Of het leidt tot een stoornis hangt vooral af van de omgeving: het gezin, de school, de maatschappij.
Doelen
Om tot gerichte acties te komen is het nodig om de visie af te sluiten met gezamenlijke doelen. Ter inspiratie noem ik er drie:
1.Geef baby’s en kleuters een goede start.
De eerste 1000 dagen zijn cruciaal voor de fysieke en mentale ontwikkeling van een kind. Een gemeente kan daar een bijdrage aan leveren door actief mee te doen aan het programma kansrijke start.
2.Vroegsignaleren van mensen met verhoogd risico.
a. jongeren tussen 12 en 24 jaar;
b. kinderen van Ouders met Psychische Problematiek (KOPP) en kinderen van ouders met een verslaving (KOV). Onderzoek wijst uit dat tweederde van de kinderen van ouders met psychische problematiek (577.000 KOPP-kinderen onder 18 jaar) voor het 35 e levensjaar zelf ook psychische problematiek ontwikkelt;
c. jongeren en volwassenen met Adverse Childhood Experiences (ACE), ingrijpende jeugdervaringen hebben een verhoogd risico op mentaal en/of fysiek gebied. De kans op een chronisch beloop wordt versterkt doordat mensen te laat in zorg komen.
3. Verminder onnodige instroom in jeugdhulp/zorg.
Vergelijkbaar met project juiste zorg op de juiste plek. Dat scheelt niet alleen kosten, maar voorkomt bij kind/gezin ook risico op negatieve bijeffecten (o.a.stigmatisering, exclusie) als het te maken krijgt met jeugdzorg. Om dit doel te realiseren zijn diverse subdoelen nodig, onder andere:
a. versterk het mentaal welbevinden, de veerkracht van kinderen en jongeren.
b. zorg voor minder schooluitval/thuiszitters;
c. versterk de opvoedkwaliteiten van betrokken opvoeders.
4.Voorkom negatieve ontwikkelingen vanuit diverse omgevingen.
Prestatiedruk, te hoge verwachtingen (ouders? Sociale media?), de vroege selectie in het Nederlandse onderwijs zijn maatschappelijke factoren die van invloed zijn op de mentale gezondheid. Het zijn factoren die een individuele jongeren niet kan aanpakken. Daarom
heeft de gemeente Amsterdam zich aangesloten bij de internationale Thrive beweging.
Welke doelen er ook worden gesteld, het zal gaan om een set doelen: zowel normaliseren als vroegsignaleren. In die set moet ook vergroten van bestaanszekerheid (inkomen, huisvesting) op de een of andere manier als doel worden opgenomen. Als mensen leven in een grote bestaansonzekerheid, kinderen opgroeien in armoede, is het risico voor problemen op mentaal gebied hoog is. Gezinnen met schulden lopen meer risico om in contact te komen met jeugdzorg.
Maatschappelijke baten
Met effectieve preventie kunnen doelen worden gerealiseerd. Belangrijk is ook om te bezien wat de maatschappelijke baten zijn. En wegen die op tegen de kosten van preventie? Trimbos, Rivm en GGDGHOR.nl doen een eerste aanzet voor investeren in mentale gezondheid. Hun conclusie is dat investeren in preventie van depressie- en angststoornissen loont.
Omgeving
Wie kiest voor kinderen en jongeren als belangrijke doelgroep om met preventie aan te slag te gaan, zal (naast het gezin) bij de school terecht komen als de meest relevante omgeving.