Preventie versterken kan alleen door samen te werken. Om goed te kunnen samenwerken is een gezamenlijke visie vereist. Voor het thema mentale gezondheid verwijs ik graag naar Wouter Staal (hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie) omdat zijn visie op psychische kwetsbaarheid naadloos aansluit op het perspectief van deze website. Kort samengevat: iedereen is in een bepaalde mate psychisch kwetsbaar. Of het leidt tot een stoornis hangt vooral af van de omgeving: het gezin, de school, de maatschappij.
Doelen
Als samenwerkende partijen een gezamenlijke visie hebben t.a.v. mentale gezondheid, kunnen ze hun doelen bepalen. Ter inspiratie noem ik er enkele:
1. Geef baby’s en kleuters een goede start. De eerste 1000 dagen zijn cruciaal voor de fysieke en mentale ontwikkeling van een kind. Een gemeente kan daar een bijdrage aan leveren door actief mee te doen aan het programma kansrijke start.
2. Verminder onnodige instroom in jeugdhulp/zorg. Vergelijkbaar met project juiste zorg op de juiste plek. Dat scheelt niet alleen kosten, maar voorkomt bij kind/gezin ook risico op negatieve bijeffecten (o.a.stigmatisering, exclusie) als het te maken krijgt met jeugdzorg.
Om dit doel te realiseren zijn diverse subdoelen nodig, onder andere:
- versterk het mentaal welbevinden, de veerkracht van kinderen en jongeren.
- zorg voor minder schooluitval/thuiszitters;
- versterk de opvoedkwaliteiten van betrokken opvoeders.
3. Vroegsignaleren van mensen met verhoogd risico. Onderzoek wijst uit dat tweederde van de kinderen van ouders met psychische problematiek (577.000 KOPP-kinderen onder 18 jaar) voor 35e levensjaar zelf ook psychische problematiek ontwikkelt. Ook mensen met een ingrijpende jeugdervaring hebben een verhoogd risico op mentaal en/of fysiek gebied. De kans op een chronisch beloop wordt versterkt doordat patiënten te laat in zorg komen.
4. Vergroten van bestaanszekerheid is een belangrijke voorwaarde: inkomen en huisvesting. Bestaansonzekerheid vergroot o.a. het risico op mentale ongezondheid. Gezinnen met schulden lopen meer risico om in contact te komen met jeugdzorg.
5. Voorkom negatieve ontwikkelingen vanuit diverse omgevingen. Prestatiedruk, te hoge verwachtingen (ouders? Sociale media?), de vroege selectie in het Nederlandse onderwijs zijn factoren die een individuele jongere, niet kan aanpakken. Daarom heeft de gemeente Amsterdam zich aangesloten bij de internationale Thrive beweging.
Welke doelen er ook worden gesteld, het zal vaak gaan om een set doelen.
Scholen in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs zijn verplicht zorg te dragen voor een veilige school. Dat staat in de wet Veiligheid op school. Deze heeft tot doel pesten aan te pakken en de veiligheid voor leerlingen op school te vergroten. Ook het onderwijs moet zich doelen stellen t.a.v. mentale gezondheid van haar leerlingen én leerkrachten.
Regenboogmodel
Een bruikbaar model om een gezamenlijke visie te ontwikkelen is het regenboogmodel van Whitehead en Dahlgren.
In het regenboogmodel staan alle factoren die de volksgezondheid bepalen: het pakketje genen dat elk individu heeft meegekregen, het individueel gedrag, sociale netwerk (inclusief gezin), onderwijs, huisvesting en fysieke omgeving, werk, voedselomgeving, zorg en de sociaaleconomische omgeving (incl. regel -en wetgeving). Steeds vaker wordt ook de invloed van bedrijven genoemd, de commerciële determinanten. De complexe wisselwerking tussen deze factoren bepaalt zowel de fysieke als de mentale gezondheid. De afgelopen 20 jaar is de digitale omgeving (inclusief de sociale omgeving) steeds relevanter geworden, ook voor de volksgezondheid.