Als we alle vormen van psychische kwetsbaarheid (internaliserend, externaliserend, psychotische ervaringen) op één hoop vegen wordt in de literatuur gesproken over de p-factor. Het is volgens Staal, redelijkerwijs aan te nemen dat deze p-factor zich als een wiskundige normale verdeling in de bevolking presenteert, net als vele andere eigenschappen (o.a. lengte, intelligentie, gewicht). Of die psychische Deze visie sluit aan bij de oproep van Priebe om binnen de psychiatrie meer gewicht te geven aan sociale factoren. We kunnen hiermee richting geven aan een preventieve aanpak van mentale gezondheid:
- Voor het overgrote deel van de bevolking is het zaak om ziekmakende factoren (prestatiedruk, exclusie, bestaansonzekerheid etc.) vanuit de omgeving (gezin, wijk, school, bedrijf, maatschappij) terug te dringen en beschermende factoren (een sterk sociaal netwerk) te versterken.
- Voor een heel klein deel van de bevolking is vroegsignalering van belang, omdat psychische kwetsbaarheid ziekmakend zal zijn, ongeacht het type omgeving.
- Geef meer aandacht aan preventie. Daar wil ik aan toevoegen: gebruik verschillende soorten preventie. Een veel gebruikt onderscheid tussen verschillende vormen van preventie.
- Schematisch zijn deze drie punten als volgt te combineren:
Vanuit deze visie kunnen we twee vragen beantwoorden:
1.wanneer/bij wie is de problematiek het eerst zichtbaar?
Uit onderzoek blijkt dat 75% van de psychische aandoeningen ontstaat voor het 24e levensjaar (Kessler, 2005). Met name tussen 12 en 25 jaar. Voor jongeren zijn mentale ziekten de belangrijkste gezondheidsrisico McGorry et al.2007
Nederlandse kinderen behoren tot de gelukkigste kinderen van de wereld. Tegelijkertijd heeft naar schatting 20-25% van de leerlingen tussen 11 en 18 jaar last van gedrags-of psychosociale problemen, zoals overmatig middelengebruik of een angst- of depressieve stoornis. Gedrags- en psychosociale problemen hangen samen met schooluitval, disfunctioneren in de volwassenheid en een slechtere fysieke gezondheid.
- wat is de meest relevante omgeving om problematiek te voorkomen cq aan te pakken?
De school is voor kinderen het tweede opvoedmilieu, de enige context waar alle jongeren een groot deel van hun tijd verblijven. Daarom is de schoolsetting een goede omgeving voor het aanbieden van interventies gericht op het vergroten van mentale weerbaarheid en het mentaal welbevinden. Daarmee is het onderwijs geen vindplaats voor jeugdhulpverlening, maar een werkplaats waar niet alleen aan de cognitieve ontwikkeling van kinderen wordt gewerkt, maar ook aan de sociaal emotionele ontwikkeling, vaardigheden. Ik ben het met Bert Wienen eens dat de beste zorg voor kinderen goed onderwijs is. Of om het anders te zeggen: goed onderwijs zet het kind niet centraal.
School kan zowel oorzaak van psychische problematiek zijn (exclusie, pesten) as oplossing. Niet alleen een kwestie van sociaal emotionele vaardigheden. Wel belangrijk. Pleidooi van diverse organisaties voor structurele aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen binnen het onderwijs. Als voedingsbodem voor welbevinden, goed leren, gezondheid en gelijke kansen. Vaak wordt cognitieve ontwikkeling gezien als de basis van het onderwijs (en sociaal emotionele ontwikkeling als belangrijk maar niet noodzakelijk), maar deze organisaties draaien, op basis van onderzoek, de volgorde om: sociaal-emotionele vaardigheden als basis van goed onderwijs. Er is volgens de opstellers overtuigend bewijs dat het versterken van de sociaal-emotionele ontwikkeling betere schoolprestaties tot gevolg heeft.