Visie
Bijna één op de tien jongeren tot 23 jaar ontving in 2020 jeugdzorg. In mijn ogen ongekend hoog. Het zou wel eens te maken kunnen hebben met het stelsel dat we hebben gecreëerd en minder met de omvang van de problematiek. B.v. kinderen met lichte problematiek die onnodig instromen in jeugdzorg en kinderen die te lang in dit domein blijven. Het onderzoek Stelsel in Groei ondersteunt dit vermoeden.
Doelen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor jeugdzorg. Een gemeente kan zich als doel stellen: verminder van onnodige instroom in jeugdzorg. Vergelijkbaar met project juiste zorg op de juiste plek. Dat voorkomt bij kind/gezin ook risico op negatieve bijeffecten (o.a. stigmatisering, exclusie) als het te maken krijgt met jeugdzorg, en zorgt ook voor minder kosten.
Om dit doel te realiseren zijn diverse subdoelen nodig, onder andere:
a.versterk het mentaal welbevinden, de veerkracht van kinderen en jongeren.
b.zorg voor minder schooluitval/thuiszitters;
c.versterk de opvoedkwaliteiten van opvoeders.
In veel gevallen zal, om de instroom van jeugdzorg te verminderen, het ook nodig zijn om te werken aan vergroten van bestaanszekerheid, verkleinen van armoede. Gezinnen met schulden blijken ook groter risico te hebben om in contact te komen met jeugdzorg.
Omgeving
Om dergelijke doelen te bereiken zijn de kinderopvang en de school een belangrijke omgeving. Activiteiten van de school gericht op mentale gezondheid kunnen een grote bijdrage leveren aan
1.het beperken van de instroom en
2.versnellen van de uitstroom. Als kinderen/gezinnen contact hebben met jeugdhulp/zorg zitten ze ook op school. En als de school voldoende aandacht besteed aan welbevinden zal dit positief effect hebben op resultaat van de hulpverlening.
Interventies
Bij de doelgroepen (baby’s & kleuters, kinderen, jongeren, volwassenen ) zijn effectieve interventies genoemd. Bij elke interventie heb ik via een score aangegeven in hoeverre het volgens mij een bijdrage levert aan het doel om de instroom naar jeugdzorg te verminderen.
In een Blog heb ik voorgesteld om de druk op jeugdzorg te verminderen door capaciteit te verschuiven naar de voorkant, en anders te verdelen over de diverse soorten preventie:
- 15% voor universele preventie, gericht op welbevinden (je goed voelen), participatie (meer kunnen doen) en gezondheid (voeding/bewegen);
- 35% voor selectieve preventie, gericht op kinderen, gezinnen waarvan we weten dat ze wat extra’s nodig hebben);
- 50% voor geïndiceerde preventie, behandeling; fixen wat er gefixt moet worden. Hulp en bijstand voor als het misgaat. Daar zit de jeugdhulp, de jeugdzorg. Het meeste geld weliswaar, maar dat is ook het duurst.